Van coping tot eetprobleem
‘Ik heb geen eetstoornis, maar een copingprobleem!’, zei een van onze cliënten.
En daar zit wel een waarheid in, die we graag even verder toelichten.
Wanneer iemand met een situatie geconfronteerd wordt, maakt hij er twee beoordelingen over: 1/ Wat is hier aan de hand? en 2/ Wat is hier de beste oplossing of reactie voor?
De manier waarop mensen reageren op situaties hangt voornamelijk af van hun copingstijl (en minder van de situatie op zichzelf). Coping komt van het Engelse ’to cope with’, of in het Nederlands ‘omgaan met’. De Amerikaanse psycholoog Richard Lazarus definieerde coping als ‘cognitive and behavioral efforts to master, reduce or tolerate the internal and/or external demands that are created by the stressful transaction’. Het gaat dus om zowel cognitieve als gedragsmatige inspanningen om tegenstrijdige eisen tussen interne en/of externe verwachtingen te hanteren, te reduceren of te tolereren.
Ieder van ons heeft andere manieren om met moeilijkheden om te gaan. Er zijn dus verschillende copingstijlen of copingstrategieën mogelijk. Of een strategie ‘werkt’ hangt af van het resultaat: heb je een manier gevonden om een helpende reactie te vinden in deze specifieke situatie, dan heb je een gepaste copingstrategie toegepast. Doorgaans zijn mensen wel flexibel en kunnen ze kiezen welke reactie ze zullen gebruiken. Maar wanneer copingstijlen hardnekkig worden, lopen mensen vast. Ze passen telkens opnieuw dezelfde ‘oplossing’ toe op verschillende soorten situaties. Je kan je al voorstellen dat dat niet goed werkt.
Wanneer je probleemgerichte coping inzet, zal je proberen om het probleem aan te pakken en weg te werken. In sommige situaties is dat niet haalbaar. Iemand die overleden is, kan je niet terugbrengen. Je zal doorheen het verdriet en gemis en door de pijn en het verlies een weg moeten vinden. Dat is dan emotiegerichte coping: je probeert iets te doen met de gevoelens die opkomen bij een bepaalde situatie.
Er bestaan verschillende onderverdelingen van copingstijlen, afhankelijk van de auteur of onderzoeker. Een vaak gebruikte opdeling is de volgende, die ook gehanteerd wordt in de Utrechtse Copinglijst (UCL), een vragenlijst die je meest gehanteerde copingstijlen in kaart brengt.
- Actief aanpakken: Je analyseert het probleem, bedenkt verschillende stappen en gaat stapsgewijs aan de slag om het probleem op te lossen. Kort en bondig: je pakt het probleem meteen aan!
- Sociale steun zoeken: Je belt een vriend(in), je spreekt over de situatie met vrienden of familie en je probeert samen met hen het probleem aan te pakken en je gevoelens een plaats te geven.
- Vermijden: Je steekt het probleem weg, je negeert het en blijft verder doen alsof er niets aan de hand is. (‘Ik heb geen eetprobleem, ik heb geen zin om stil te staan, ik functioneer toch nog?’, zeggen mensen met deze copingstijl wel eens, terwijl ze maar blijven ratelen en op automatische piloot verder leven.)
- Palliatieve reactie: Je legt je focus bewust op andere dingen dan op het probleem, je verschuift met andere woorden de focus en loopt weg van het probleem. Misschien probeer je spanningen te verminderen door bijvoorbeeld meer te roken, drinken, eten of te bewegen, of juist door te hongeren, kcal te tellen en je hele mentale bandbreedte daarop te focussen (dan blijft er geen ruimte over voor datgene wat lastig voor je is). Het kan ook zijn dat je rustgevende middelen gebruikt als je je gespannen voelt of nerveus bent.
Deze reactiestijl kan op termijn leiden tot verslavingen, vb. eetbuien of hongeren, maar ook alcohol, nicotine (sigaretten), medicatie, gamen,… - Depressief reactiepatroon: Je piekergedachten staan niet stil, je geeft jezelf overal de schuld van, je vindt jezelf weinig waard en haalt jezelf onderuit. Deze copingstijl is voor heel wat mensen met een eetproblematiek ook wel herkenbaar. Het is vaak juist vanuit de immens negatieve gedachten over zichzelf dat je je geen eten gunt, de lat ontzettend hoog zal leggen (vb. in werk of studie) of dat je jezelf maar volpropt met eten.
- Expressie van emoties: Je uit je emoties, je durft kwaad zijn, je durft je grenzen aangeven, je laat zien aan anderen wat er binnenin jou omgaat. Op dit domein ervaren heel wat mensen hun uitdaging: het vraagt lef om echt in contact te staan met je emoties en moed om ze dan ook nog eens uit te spreken tegenover een ander. We kunnen dit oefenen, zodat we beter leren voelen wat ons bezighoudt en zodat we dit ook leren communiceren zodat er rekening met ons gehouden wordt.
- Geruststellende gedachten en wensdenken: In tegenstelling tot de piekergedachten bij het depressief reactiepatroon, zal je juist positieve pep-talk gebruiken. Je focust op hoe het zal zijn als het voorbij is (‘Ik zal trots op mezelf zijn als ik X doe.’), je bedenkt dat anderen het nog moeilijker hebben of je zoekt andere gedachten die helpen om met een confronterende situatie om te gaan.
Een voordeel van copingvaardigheden is dat je ze kan aanleren. Merk je bij jezelf dat je toch wel vaak in dezelfde stijl blijft hangen, waardoor je problemen eigenlijk erger worden in plaats van te verbeteren? Dan kunnen we samen met jou oefenen en je helpen om andere copingvaardigheden uit te proberen, zodat je na verloop van tijd bewuster kan kiezen om nieuwe vaardigheden toe te passen.
En in die zin heeft onze cliënte gelijk: haar eetprobleem was een ongezonde copingstijl geworden. Ze durfde geen grenzen meer aangeven, wist niet meer wat ze echt zelf dacht of voelde, wat voor haar belangrijke waarden waren en ze durfde zich ook niet langer kwetsbaar opstellen tegenover anderen, vanuit een angst dat ze haar ‘zwak’ of een ’teleurstelling’ zouden vinden of misbruik zouden maken van het vertrouwen.
Is dit herkenbaar voor jou? Wil jij de uitdaging samen met ons aangaan, om nieuwe vaardigheden te oefenen?
Welkom voor een kennismakingsgesprek!
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!